Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Ezau zeide: Laat mij toch van dit volk, dat met mij is, u bijstellen. En hij zeide: Waartoe dat? [22]laat mij genade vinden in mijns heren ogen! 22. Dat is, bewijs mij deze gunst, en doe wat ik verzoek, en stel niemand van uw volk bij mij.